Grenzen vervagen
Van een stadje vol Arabische sporen over een oude mijnsite met Italiaanse, Franse en Engelse connencties tot de ontdekkingsreizen van Vasco da Gama. We ontdekten tijdens onze laatste week Portugal hoe het land verknoopt is met de wereld. En we genoten nog eens met volle teugen van de ‘typisch Portugese’ zaligheden.
Olijven, wijn en een vervuilde mijn
In het stadje Évora maken vooral de Romeinse tempel en de stokoude bibliotheek indruk op onze jarige Wies. Hij is ook dolgelukkig met zijn nieuwe Zwitsers zakmes, het cadeautje dat we al vier weken stiekem in onze fietstas meevoeren.


Na drie kampeernachten in vriestemperaturen warmen we snel op als we dinsdag 24 januari onze fietstocht door de Alentejo verderzetten. De komende dagen zien we zover de horizon reikt golvende wijn- en olijfgaarden om ons heen. In het dorpje Vidiguera bezoeken we in het karakteristieke volkskundige museum. Na afloop overlaadt de dolenthousiaste museummedewerkster Mira ongevraagd met een lading natte zoenen, dikke knuffels en verse appelsienen.

Woensdag 25 januari bereiken we Serpa, een stadje dat afwisselend de Spanjaarden en Moren over de vloer kreeg en een roerige geschiedenis kent. De avondzon en de witgekalkte gebouwen spelen tijdens onze wandeling een schoon schaduwspel.


De zon is ook van de partij als we dag nadien richting Mina de Saõ Domingos fietsen. Ooit was de mijn in handen van Britse industriëlen en leverde ze koper, zwavel en pyriet voor Engeland en ver daarbuiten. Vandaag resten enkel de oude mijnwerkershuisjes, enkele vervallen mijngebouwen en veel giftige grond. We zijn onder de indruk van de mysterieuze omgeving en de kinderen luisteren aandachtig naar ons lesje geologie en industriële geschiedenis.


In de vooravond speelt onze kroost erop los in de reusachtige tuin van de boerderij waar we verblijven. Ze jagen ons de stuipen op het lijf wanneer Mira in volle paniek – en als een volleerde actrice – komt roepen dat Minne in een diepe waterput is gevallen. Kinderlijk kattenkwaad kent geen grenzen.
Pao, pasteis, peixes: de heilige drievuldigheid
Van al dat spelen, bewegen en fietsen krijgt een mens honger dus de maaltijden en tussendoortjes krijgen hier op onze fietsreis wel wat aandacht. We zijn helemaal verkocht aan het ambachtelijke brood of ‘pão’ dat je her en der in Portugal kan vinden. Versgebakken brood uit de houtoven en onze dag kan niet meer stuk. Pieter heeft zich al voorgenomen om bij thuiskomst zijn broodbakhobby opnieuw op te pikken. Verder kunnen de Portugese gebakjes onze smaakpapillen bekoren. Doorgaans zijn we geen zoetekauwen maar een Pastéis de nata met een straffe koffie of chocomelk slaan we niet gauw af. Tot slot eten en zien we in Portugal heerlijke vis in alle soorten, maten en bereidingen. Peixes troef!

Boeken, borduursels en kleurrijke tegels
Ook schoonheid troef in Portugal, mijmeren we wanneer we op richting de Spaanse grens fietsen. Hier geen saaie aluminium straatnaamborden zoals in België, maar fraaie exemplaren met kleurrijke tegeltjes en sierlijke letters. In de hostels niet de IKEA-eenheidsworst als beddengoed maar een stijlvolle geborduurde bedsprei. En Portugal is ook de perfecte plek voor boekenliefhebbers. De bijzondere bibliotheken en boekhandels zullen ons zeker bijblijven. Tchau Portugal, u was geweldig prachtig.

Naar de Spaanse serres
Vrijdag 27 januari slingeren we langs een heerlijk wegje naar de Spaanse grens, waar de brede Guadiana-rivier de wacht houdt. We stoppen 20 kilometer verder in El Almendro. In de oude molen op de top van de heuvel kunnen we een goedkope kamer huren. De rustdag op zaterdag doet ons deugd. Zondag 29 januari wordt een fietsdag met twee gezichten. We hobbelen eerst langs mooie onverharde paden of ‘via verdes’ in de bossen en voelen we ons ware mountainbikers.


In de namiddag belanden we in een troosteloze omgeving. De streek rond de Spaanse havenstad Huelva is een lappendeken van plastieken serres, met daarbij golfplaten koterijen en containers voor de arbeiders die aan een hongerloon massa’s aardbeien, bessen of komkommers planten en plukken. Volgens de online nieuwsberichten die we opzoeken, werken hier naast de vele Marokkaanse arbeidsmigranten zelfs Ecuadoraanse seizoensarbeiders. De fietsreis opent nog maar eens onze ogen. Morgen en overmorgen zetten we verder koers richting Sevilla. Tips vanop het thuisfront zijn zeker welkom!
