Tegenpolen
Drie weken vertoeven we intussen al op Poolse bodem. Hoog tijd voor een update. We fietsten door de groenste landschappen maar ook langs de lelijkste shoppingcentra en woonwijken. We kregen argwanende blikken toegeworpen en genoten tegelijk van de grootste gastvrijheid. Een verslag over een fascinerend land van uitersten, geprangd tussen oost en west.
Een aangrijpende start
Woensdag 26 april brengt de trein ons van Oostenrijk naar Polen. Tsjechië zien we enkel vanuit het treinraampje. Net over de grens zeulen we ons fietshuishouden van de trein, in de stad Pszczyna. Voor de perfecte uitspraak van deze tongbreker moet je bij Minne zijn.
De volgende ochtend start op het centrale marktplein, waar we het imposante stadhuis en de evangelische kerk bewonderen en ook zloty’s inslaan. De kinderen vinden al die andere geldbriefjes en munten heel exotisch en fascinerend. Ook de eerste fietskilometers in een nieuw land zijn altijd van extra aandacht en commentaar vergezeld. We zien andere huizen – een beetje gelijkend op die in Vlaanderen – en andere verkeersborden, met Pools waar we geen jota van verstaan.
Ons eerste doel van de dag is Oświęcim. We vinden onze kinderen nog te jong voor een bezoek aan het concentratiekamp en het museum van Auschwitz. Te gruwelijk. Te schokkend. We houden het dus bij een stop aan de rand van de beladen site, waar we in grote lijnen samenvatten wat er zich heeft afgespeeld. De vragen borrelen al snel op. Hoeveel mensen zijn er dan gedood? Ook kinderen? Hoe werkten die gaskamers? Ze konden toch door die prikkeldraad kruipen? En al napratend op de fiets komt de grote hamvraag uit de mond van Mira: ‘maar wat ik echt niet begrijp, waarom doen mensen zoiets?’


‘s Avonds krijgt de herinneringseducatie nog een vervolg bij Zbigniew, onze Warmshowergast in Jankowice. Hij is leerkracht geschiedenis in de secundaire school en de geknipte persoon om ons in te wijden in de complexe Poolse geschiedenis. Voorovergebogen over de historische kaarten krijgen we opgefrist hoe het land eeuwenlang speelbal was van de grote mogendheden en hoe de landsgrenzen vele malen hertekend zijn. Na een dag vol zwaarwichtige onderwerpen zorgt een knuffelronde met de alpaca’s des huizes voor wat verstrooiing bij de kinderen.
Vrijdag 28 april valt samen te vatten met twee woorden: ‘Wisla’ en ‘hertjes’. De Vistula fietsroute richting Krakau loopt grote stukken langs een fietspad op de dijk. In de riviervallei spotten we massa’s herten, die niet schichtig wegspringen maar als lieflijke standbeelden blijven staan.
Feit en fictie in Krakau
Lief is ook Nelson, de Warmshower-gastheer die ons ‘s avonds in zijn appartement in Krakau verwelkomt. De Venezolaans-Spaanse IT’er woont en werkt sinds acht jaar in de stad en is gefascineerd door geschiedenis, reizen en lekker eten. Een ideale match met ons gezin! Zaterdag springen we na het schoolwerk samen de fiets op en loodst Nelson ons langs interessante plekjes in de stad. Van de botanische tuin over het oorlogsmonument tot het prachtig glas-in-loodraam in de Franciscanenkerk.


Naast een heleboel feiten en weetjes kan Nelson ook heel sappig de stadslegendes vertellen. Over koning Krak en draak Wawel en over de twee broers die elkaar beconcurreerden om de hoogste toren voor de Mariakerk te bouwen. De kinderen hangen aan de lippen van onze lokale gids. ‘s Middags smullen we ‘pierogi’, een Poolse variant van dumplings en het favoriete nationale gerecht. Terwijl we op onze bestelling wachten, kunnen de kinderen kokerellen en krijgen we de zelfgemaakte deegwarenpakjes mee naar huis.

‘s Namiddags bezoeken we nog de Joodse wijk Kazimierz en de wijk Podgórze met het oude Joodse getto. Krakau heeft niet alleen een interessante historiek maar ook een uitgesproken groen karakter. We fietsen de oude binnenstad rond langs ‘Planty’, een park met een lengte van maar liefst vier kilometer. Het dateert van de jaren 1822-1830, toen men het lumineuze idee had om de oude vestigingsmuren en slotgrachten om te vormen tot stadstuinen.
Zondagmiddag 30 april nemen we afscheid van Nelson, die ons tipt om zeker te passeren langs Nowa Huta, Pools voor ‘nieuwe staalfabriek’. De compleet nieuwe arbeidersstad werd na de Tweede Wereldoorlog opgetrokken naar communistisch ideaal en later bij Krakau gevoegd. Een foto-expo dompelt ons onder in de periode van het IJzeren Gordijn, de staalfabriek en het arbeidersverzet. We vergeten goeie foto’s te nemen want bij de picknick aan één van de monumentale bouwblokken, gaat verstrooide Wies regelrecht in het potje hummus zitten. Het huishouden krijgt even voorrang.


De was en de plas
Een huis hebben we al vijf maanden lang niet, maar van huishoudelijke karweitjes zijn we helaas niet vrijgesteld. Ons aantal outfits is beperkt en door het fietsen en buitenleven worden de kleren sneller vuil. We hebben er al lang vrede mee genomen dat we er niet altijd proper en piekfijn bijlopen. Toch moeten we ongeveer één keer per week langs de wasserette of de wasmachine van de camping passeren. We zijn naderhand specialist geworden in de werking van 1001 types wasmachines.
Andere klusjes op het programma: de bestofte fietszakken een schoonmaakbeurt geven, kapotte spullen herstellen en de fietsen onderhouden. Ons nomadische huishouden is intussen een geoliede machine. Praktische spullen die voor een buitenstaander misschien banaal lijken, zijn ons o zo dierbaar. Op nummer één van de handige voorwerpen: het borsteltje en vuilblik om onze binnentent mee uit te vegen!

Poolse gastvrijheid bij een ijsje
Zondagavond 30 april is het meteen raak als we een plekje voor onze tent zoeken. We mogen kamperen in de tuin naast de winkel die Jan Mikler samen met zijn vrouw uitbaat. We vinden Jan een echte Jan, met de lach op het gezicht en super behulpzaam. ‘s Avonds is zijn winkeltje de ontmoetingsplaats voor de mannen van het dorp. Aan de vuilnisbak te zien vloeit de wodka er ook rijkelijk. ‘s Ochtends om 8 uur is hetzelfde gezelschap terug op post en krijgen Pieter en Hilde een blik bier aangeboden. We bedanken vriendelijk – saaie Belgen zijn we toch – en eten net als de kinderen een ijsje.

De Dag van de Arbeid wordt ook in Polen gevierd en veel mensen gaan op de zonovergoten verlofdag op zwier. We fietsen gezapig langs de Wisla en kruisen veel andere dagjestoeristen. Aan de samenloop van de Dunajec en de Wisla picknicken we. Volgens het toeristische infobord is het dorpje Zalipie het bezoeken waard, dus we besluiten een ommetje te maken.

Onderweg worden we ook aangesproken door twee Polen op de koersfiets. We houden even halt, geraken aan de praat en krijgen een telefoonnummer mee – ‘voor het geval je vanavond een slaapplek zoekt, jullie zijn heel welkom’. We laten ons leiden door de toevallige ontmoeting en fietsen na ons bezoek aan Zalipie naar het dorp van Czyżowice. Konrad en Jarek blijken er een zomerhuis te hebben, het huis van de grootouders waar de neven en hun families in de vakanties samentroepen en tot rust komen. De oudste kinderen krijgen ze niet altijd meer mee, die vinden het oeverloos saai in het afgelegen boerendorp en blijven liever in hun levendige thuisstad Krakau plakken.
Konrad doctoreerde als socioloog in Leuven en heeft een goeie Belgische vriend die Hilde via haar werk kent. Hoe klein is de wereld, hoe heerlijk kan toeval zijn. De ontmoeting leidt tot een 24-uurs samenzijn vol leuke verrassingen. Konrad en Jarek nemen ons ‘s avonds mee naar het zwembad in Kazimierza Wielka en we gaan gezellig samen Thais eten. We beseffen nog maar eens dat het goud waard is om bij locals te verblijven. Konrad geeft ons tips mee voor de verdere fietsroute doorheen Polen, we krijgen tekst en uitleg bij de Poolse gewoontes en historiek.
De volgende voormiddag fietsen onze gastheren nog twintig kilometer mee tot Wislica. Op de hedendaagse landkaart is dat een onbeduidend stadje, maar in de Poolse geschiedenis een veelbetekende plek. Na het obligate ijsje – Polen lijken wel verslaafd aan ‘lody’ – bezoeken we het fonkelnieuwe archeologische museum. De opstelling is er briljant bedacht: met een boeiende audiogids en allerhande multimedia loop je langs de oude fundamenten en archeologische vondsten van de middeleeuwse basilieksite. Tien op tien voor het museum, tien op tien voor Konrad en z’n familie!


Wandelen en Warschau in goed gezelschap
Dinsdagnamiddag fietsen we verder noordwaarts doorheen een rustige, groene omgeving. De vele fruitbomen staan nog in bloei dus we worden terug op prachtige zichten getrakteerd. We reizen precies met de bloesemtijd mee, eerst in de zuiderse landen en nu ook in Polen.
Woensdagochtend 3 mei is het nationale feestdag en worden we gewekt door liederen uit de kerk van Szydłów. Het weer zingt vandaag in mineur. Onder een grijze hemel en met een koude buitentemperatuur vatten we de fietsdag aan. Die leidt vandaag naar een vakantieboerderij in het Swietokrzyski nationaal park. De voormiddag brengen we door in stille bossen, in de namiddag krijgen we na Bodzentyn tien kilometer een vreselijk drukke baan te verduren, waar de auto’s ons voorbij scheuren. We zijn blij als we veilig en wel onze eindbestemming bereiken.
Nog blijer zijn we als we donderdagavond meetje en peetje uit Hansbeke verwelkomen. Een deugddoend weerzien met dikke knuffels, brieven van de vriendjes en een hoop vers gestreken zakdoeken. De dag nadien kunnen we uitgebreider bijbabbelen tijdens een mooie wandeling in de bossen van Swietokrzyski of ‘Heilig Kruis, één van de oudste gebergten in Europa.

Zaterdag houden we nog een extra rustdag op onze verblijfsplek in Wiacka. Terwijl meetje en peetje Krakau bezoeken halen de kinderen nog wat schoolwerk in. Zondag 7 mei doen het koude weer en het drukke verkeer rond het nabijgelegen Radom ons voor de trein kiezen. ‘s Avonds zijn we in Warschau alweer herenigd met de grootouders. Meetje maakt haar alom geprezen Poolse hutsepot, we spelen De Grote Dalmutti en we bereiden het stadsbezoek voor.
Met het stadsplan in de hand en onderwijzer peetje aan onze zijde trekken we maandag de Poolse hoofdstad in. Van het uitgestrekte Lazienki park en de vele ambassades gaat het naar de oude binnenstad en het standbeeld van Copernicus. Bijna onvoorstelbaar dat bijna de hele stad moest heropgebouwd worden nadat ze in de Tweede Wereldoorlog voor 85 procent verwoest is.


In de namiddag duiken we diepgaander in die geschiedenis in POLIN, het museum van de geschiedenis van de Poolse Joden. We sluiten de dag af in stijl, met een prachtig pianorecital. Eerst moeten we bij de kinderen het misverstand wegwerken dat niet Frédéric Chopin zelf zal spelen, maar de Poolse pianist Maciej Poliszewski. We nestelen ons neer en laten ons meevoeren door de weemoedige en romantische klanken van de polonaises, walsen en mazurka’s.
Green Velo
Dinsdag 9 mei splitst het reisgezelschap opnieuw op. Meetje en peetje rijden vanuit Warschau oostwaarts en zullen een week kamperen in de buurt van het oerbos van Białowieża. Wij nemen de trein naar Białystok waar we zullen inpikken op de Green Velo. Die wordt gepromoot als een prachtige route door de mooiste en groenste gebieden van Polen. Acht dagen op rij fietsen we door een groen glooiend landschap vol natuurparken, bossen en boerenvelden. Het Biebrzanaki Nationaal Park met moerassen en veengebieden heeft een fauna en flora om u tegen te zeggen. En ook in het Wigry Nationaal Park tussen Augustow en Suwalki is het heerlijk fietsen langs meren en bossen. Nu begrijpen we Konrad volledig, die de Belgische natuur zo schaars en eenzijdig vond in vergelijking met zijn thuisland.


Zandweggetjes brengen ons in kleine boerendorpjes waar de tijd precies is blijven stilstaan. De boerenhofjes met houten huisjes en aardappelkelders lijken even goed geconserveerd als de groenten die er worden ingemaakt. Toch mogen we geen geromantiseerd en stereotiep beeld ophangen. Zelfs de kleinste boer investeert zo te zien in zonnepanelen en her en der wordt duchtig bijgebouwd. We fietsen langs nieuwbouwhuizen in afschuwelijke kleuren en houden Verkiezing van Lelijkste Huis, net zoals we tijdens fietstochten in Vlaanderen soms doen. Maar de knalgele koolzaadvelden en het groen vormen hier nog steeds de boventoon en we genieten volop van de mooie omgeving.

De Green Velo loopt vaak over onverharde paden en soms wanen we ons in een cyclocross. Op zanderige of kapotgereden stukken glippen onze banden weg en wordt er wel wat afgevloekt. Tegen ‘s avonds zitten we meestal helemaal onder het stof. Gelukkig is nog niemand na vijf maanden onderweg het fietsen beu. De kinderen blijven non-stop verwonderd de omgeving ontdekken.
De gekste vragen komen naar boven, zoals Wies die zich afvraagt of er één metaalbedrijf is dat zich specialiseert in het maken van roosters voor ooievaarsnesten, of zijn er meerdere die dat doen? Waar we volop van genieten, is het wildkamperen en de rust. Paddenstoelen plukken, ‘s avonds samen een kampeerplekje zoeken, hout sprokkelen en het kampvuur aansteken: zowat het toppunt van geluk.


Holy Poly
Terwijl wij hier één met de natuur leven, lijken de Polen wel één met hun geloof. Overal zien we kapelletjes, kleurrijk versierd met lintjes, boeketjes en bloemenkransjes. En als er op zondagochtend in de verste verte geen ziel te bespeuren valt, weten we dat het hele dorp in de kerk zit. De Green Velo brengt ons in het uiterste noordoosten van Polen. Daar leeft al eeuwenlang een mix van godsdiensten naast elkaar: orthodoxe en katholieke christenen, moslims en joden.


In de streek rond Augustow ondervinden we ook hoe de Katholieke Kerk de commerce en hedendaagse trends niet schuwt. Paus Johannes Paulus verbleef er in 1999 in het plaatselijke kuuroord en is sindsdien de mascotte voor het toeristische aanbod. We betwijfelen of hij zelf ooit in een kayak of op de fiets gezeten heeft. In het kerkje kan je via een blits touchscreen en een bankautomaat aalmoezen voor een goed doel doneren. En overal hangen affiches van priester Pjotr, die zo te zien op tiktok zit en op 31 mei een fuif geeft.


Dat knalfeestje moeten we helaas missen want dan bevinden wij ons al in Zweedse oorden. Nog meer meren, natuurpracht en muggen in het verschiet. Eerst nog een bezoek aan Gdansk en deel drie van de gezamenlijke reis met meetje en peetje. Maar dat is voer voor een volgend blogbericht!
